Antwoorden op veelgestelde vragen tijdens de conferentie indirecte lozingen | VersterkingVTH | Versterking VTH

Op dinsdag 23 april vond de conferentie Indirecte Lozingen plaats in de Jaarbeurs in Utrecht. Tijdens deze succesvolle middag, waarbij 150 deelnemers aanwezig waren, kwamen er veel vragen naar voren die niet allemaal tijdens de middag zelf konden worden beantwoord. Daarom delen we graag de vragen en antwoorden op deze manier.

1. In hoeverre zeggen steekmonsters wat over de betrouwbaarheid van de conclusie per branche?

Steekmonsters zijn een momentopname. Om een beter zicht te krijgen op de variatie in kwaliteit van het geloosde afvalwater zouden idealiter meerdere monsters genomen moeten worden of volume of tijdsproportionele bemonstering. Echter, gezien het beschikbare budget en capaciteit is in de pilot gekozen voor een eenmalig steekmonster. Dit geeft een eerste indicatie van de kwaliteit van het geloosde afvalwater. En geeft indicatie van de lozingen per branche. Zoals in het eindrapport en in de presentatie vermeld zouden meerder bedrijven per branche bemonsterd moeten worden (20-30 per branche) om een beter onderbouwd beeld te krijgen van de kwaliteit van het afvalwater. 

2. De focus lag erg op ZZS en KRW. Is er genoeg aandacht voor dimensionering rwzi's en prognose?

Deze vraag is besproken tijdens de workshop. Dimensionering van de rwzi's was geen onderdeel van het project. Er is wel bemonsterd op de reguliere parameters (CZV, N, P) die op dit moment nog vaak bepalend zijn voor de dimensionering van de rwzi. Echter met de herziene Richtlijn Stedelijk Afvalwater zullen de overige parameters ook steeds belangrijker worden om medicijnresten en overige microverontreinigingen te zuiveren en dus ook voor de dimensionering van de benodigde extra zuiveringstrap. 

3. ZZS 0-streven. Wat te doen met een metaalverwerkingsbedrijf?

Het streven naar 0-emissie voor ZZS is besproken in de workshop. Voor de aangewezen vergunning plichtige bedrijven geldt een verplichting voor het opstellen van een vermijdings- en reductieplan. Een bedrijf moet continu streven naar vermindering van de emissie van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Dit legt het bedrijf vast in een vermijdings- en reductieprogramma. In het Bal staan voor sommige branches juist weer normen voor bepaalde ZZS, terwijl het algemene beleid is om ZZS emissies naar 0 te reduceren. In de pilot bleek dat het nog niet altijd duidelijk is hoe je omgaat met heel lage gemeten concentraties ZZS. In gesprek gaan met het bedrijf en achterhalen waar het vandaan komt.

4. Ik ben toezichthouder voor milieu bij veehouderijen. Hoe herken ik een indirecte lozing tijdens een bedrijfsbezoek?

In de pilot is een digitale checklist opgesteld voor indirecte lozingen. Het bedrijf dient uitleg te geven over de oorsprong van verschillende afvalwaterstromen en welke stromen er via het riool plaatsvinden en of er een zuiveringstechnische voorziening aanwezig is. Verder is het zaak om in praktische zin voor zover mogelijk visueel duidelijk te krijgen of er bedrijfsafvalwater via de riolering wordt geloosd.

5. Kun je iets zeggen over de impact van de overschrijdingen op de KRW doelstellingen?

In de pilot zijn voor diverse branches KRW prioritaire stoffen in het afvalwater geanalyseerd. Dit geeft een eerste indicatie van de geloosde stoffen en concentraties voor de onderzochte branche. Er is meer onderzoek nodig om de impact in beeld te krijgen op het oppervlaktewater en van de overschrijdingen van de KRW doelstellingen in dat oppervlaktewater. De omvang van de pilot is daarvoor te beperkt. 

6. Is ook gekeken naar vrachten of alleen concentraties?

In de pilot zijn concentraties van de onderzochte stoffen bepaald. Er zijn geen debieten gemeten. Drinkwaterverbruik kan niet eenvoudig door een omgevingsdienst worden opgevraagd bij het waterbedrijf. Het is wel mogelijk om het bedrijf te vragen naar gegevens over het drinkwaterverbruik. Een alternatief is om zelf het debiet te meten, maar dit blijkt in de praktijk lastig.

7. Zijn er ook oorzaakanalyses gedaan bij overschrijdingen?

Dit is de volgende stap na de pilot. In eerste instantie zijn monsters genomen van het afvalwater en zijn deze geanalyseerd. In de opvolging zal contact worden gezocht met het bedrijf om de oorzaak van de stoffen te analyseren. 

8. Voedingsmiddelenindustrie -> 10 bedrijven met zware metalen?

Er zijn bij 10 voedingsmiddelenbedrijven zware metalen aangetroffen in het afvalwater. Er dient nog nader te worden onderzocht waar dit vandaan komt. In de workshop is hier ook kort over gesproken. Mogelijke bronnen die zijn genoemd in de workshop zijn schoonmaakmiddelen of uitloging uit leidingen of andere metalen bedrijfsonderdelen. Het betreft controle op het afvalwater, dit wil niet zeggen dat er zware metalen in het productieproces worden gebruikt. Binnen de voedingsmiddelen industrie gelden ook normen voor de voedselveiligheid.

Benieuwd naar de resultaten van de MentiMeter tijdens de workshop Indirecte Lozingen in de praktijk? Bekijk ze via de volgende link: https://bitly.cx/NxrL